Verhit de ghi in een pan. Draai het vuur laag en voeg het komijnzaad, het mosterdzaad, de laurierbladeren en de kaneelstokjes toe. Doe meteen een deksel op de pan zodat de mosterdzaadjes niet wegspringen. Als de mosterdzaadjes uitgesprongen zijn, kun je er de verse peper bij doen en vervolgens de rijst.
De rijst al roerende een paar minuten bakken. Als de korrels doorschijnend beginnen te worden kun je het water (of wei), het zout en de citroenrasp toevoegen en de rijst aan de kook brengen. Als je gele rijst wilt hebben, kun je de kurkuma tegelijk met het water toevoegen. Een minuut laten doorkoken. Zet het deksel op de pan, draai de vlam laag en laat de rijst zonder te roeren ongeveer 15 minuten zachtjes koken, zodat al het water opgenomen is.
Draai het vuur uit en laat de rijst nog een tijdje met het deksel erop staan. Neem vlak voor het serveren het deksel van de pan en verwijder de stukjes kaneel. Sprenkel het citroensap over de rijst, verdeel de fijngehakte peterselie erover. Maak de rijst tenslotte los met een vork.